Het examenprogramma bedrijfseconomie bestaat uit onderstaande domeinen. Achter elk domein staat ook de bijbehorende letter zoals in de syllabus omschreven, bijvoorbeeld domein B. Domein A wordt niet apart behandeld. Dit domein gaat namelijk over ‘vaardigheden’ zoals rekenen. Let op: onderwerpen die enkel bij het SE horen en dus niet voorkomen op het CSE (Centraal schriftelijk eindexamen) worden niet behandeld.
Klik op één van de domeinen om bij de bijbehorende lesvideo’s te komen.
Van persoon tot rechtspersoon (B1 t/m B4)
De belangrijkste bedrijfseconomische onderwerpen bij dit onderdeel zijn o.a. financiële keuzes (sparen, lenen, beleggen), waaronder beleggen in aandelen en obligaties. Verder gaat dit domein over verzekeren met o.a. het verschil tussen een levensverzekering en een schadeverzekering, uitleg over consumptieve en hypothecaire kredieten (inclusief verschillende soorten hypotheken) en interestberekeningen (enkelvoudige en samengestelde interest met de eindwaarde en contante waarde van een kapitaal). Ook het kopen van een huis (vergeleken met huren) en de financiële en wettelijke consequenties van samenwonen, trouwen, scheiden, schenken en erven komen langs.
Naast persoonlijke financiën gaat het bij dit domein ook over het oprichten van een eenmanszaak (bedrijf), causation en effectuation en het opstellen van een marketing plan en een financieel plan. Verder behoren ook tot deze stof, het verschil tussen een natuurlijk persoon en een rechtspersoon (met alle rechtsvormen en hun kenmerken, waaronder aansprakelijkheid voor schulden), verschillende organen binnen organisaties en faillissementen.
Cell | |
Cell | |
Cell | |
Cell | Cell |
Cell | Cell |
Interne organisatie & personeelsbeleid (C2)
De belangrijkste bedrijfseconomische onderwerpen bij dit onderdeel zijn o.a. verschillende arbeidsrelaties (bijv. contracten voor bepaalde en onbepaalde tijd, werken op oproep of nul-uren contracten en fulltime of parttime werk), ZZPérs, individuele en collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO), verschillende soorten beloningen voor arbeid (geld, aandelen, promotie), wetgeving over ontslag, bevoegdheden van de ondernemingsraad en de rol van vakbonden.
Ook het personeelsbeleid behoort tot dit domein met werving en selectie en functionerings- en beoordelingsgesprekken.
Cell | Cell |
Cell | Cell |
Cell | Cell |
Cell | Cell |
Cell | Cell |
Investeren en financieren (D2)
De belangrijkste bedrijfseconomische onderwerpen bij dit onderdeel zijn o.a. de verschillende financieringsmogelijkheden voor een (startende) eenmanszaak: eigen geld, lenen van banken, leasen en overige vermogensverschaffers. Ook behoort de vermogensmarkt vanuit het perspectief van organisaties tot dit domein met onderwerpen als de effectenbeurs (aandelen, obligaties, beleggingsfondsen en koersverloop), financieel toezichthouders (AFM, DNB en ACM) en factoren die de koers van aandelen en obligaties kunnen beïnvloeden (bedrijfsnieuws, winstverwachtingen, beursklimaat, marktrente en marktsentiment).
Ook wordt in dit domein ingegaan op de Naamloze vennootschap (NV) met onderwerpen als het maatschappelijk en geplaatst aandelenkapitaal, aandelenemissies (incl. agio en disagio), de winstverdeling bij de NV, incl. cash- en stockdividend, herwaarderingsreserve, voorzieningen, obligatieleningen, (preferente) aandelen, dividend(belasting), reserveringen, vennootschapsbelasting, de balans van een NV, geactiveerde kosten en meer.
Cell | |
Cell | |
Cell | |
Cell |
Marketing (E2)
De belangrijkste bedrijfseconomische onderwerpen bij dit onderdeel zijn o.a. de marketingmix (product, prijs, plaats en promotiebeleid), marketingstrategieën (push- en pull strategie), affiliatie, waardestrategie, vijfkrachtenmodel van Porter, B2B, B2C, C2B, C2C, e-marketing en social media.
Cell | Cell |
Cell | Cell |
Cell | Cell |
Cell | Cell |
Cell | Cell |
Financieel beleid (F1 en F2)
De belangrijkste bedrijfseconomische onderwerpen bij dit onderdeel zijn o.a. de begin- en eindbalans, de liquiditeitsbegroting, de exploitatiebegroting, winst- en verliesrekening (resultatenrekening) en overlopende posten (o.a. vooruitbetaalde en vooruit ontvangen bedragen).
Ook gaat het in dit domein om het verschil tussen ontvangsten/uitgaven en kosten/opbrengsten, het bepalen van de kostprijs en de verkoopprijs, de voorraadwaardering (FIFO, LIFO, VVP), afschrijvingen, de break-even analyse (break-even afzet en omzet) en de berekening van het resultaat.
Cell | |
Cell | |
Cell | Cell |
Cell | Cell |
Cell | Cell |
Verslaggeving (G)
De belangrijkste bedrijfseconomische onderwerpen bij dit onderdeel zijn o.a. alle kengetallen, zoals de liquiditeitsratio’s (quick ratio, current ratio en working capital ratio), solvabiliteitsratio’s en rentabiliteitsratio’s (REV, IVV en RTV) en het kunnen analyseren van de jaarrekening van een onderneming (bestaat uit de balans en de resultatenrekening).
Cell | |
Cell | |
Cell | Cell |
Cell | Cell |
Cell | Cell |